11.1 Buitenspelpositie
Buitenspel zijn als zodanig is geen overtreding.
Een speler bevindt zich in buitenspelpositie indien:
- enig deel van zijn hoofd, lichaam of voeten op de helft van de tegenpartij is (m.u.v. de middenlijn) en
- hij dichter bij de doellijn van de tegenpartij is dan zowel de bal als de voorlaatste tegenstander met enig deel van zijn hoofd, lichaam of voeten.
De handen en armen van alle spelers, ook van de doelverdedigers, worden buiten beschouwing gelaten.
Een speler bevindt zich niet in buitenspelpositie indien hij gelijk staat met de
- voorlaatste tegenstander, of
- de laatste twee tegenstanders.